Het was een koude vrijdag-avond, ik en een paar vrienden probeerden paierbolletjes op te snuiven, wat al genoeg zegt over de stemming van de avond, denk ik zo.
Een onverwacht hevige aanval van rectale routineklussen diende zich aan, wat mij geen andere keus liet. Ik begon mijn zwarte hopeloze reis naar het midden van het café, onderwijl struikelend over een iets te dronken man, die mij een verhaal vertelde over zijn vrouw en zijn hond.
Nog een reden om mijn pas te versnellen richting het onvermijdelijke einde van mijn vermoeiende doch leerzame reis, naar het midden der industriële revolutie, het point centre among the fucking cowards called conformists.
Ik confronteerde een jong meisje met haar slecht gekozen nagellak, en vroeg mij af wat zij in de mannen-WC deed.
Helaas was zij niet in de verkeerde ruimte.
Na snel mijn iets te grove fout te hebben hersteld, positioneerde ik mij naast een iets dikkere man, die schaamteloos naast de artistiek gevormde pisbak stond te pissen. Iets waarvan ik walgde, en ook zeker was om hem te pijnigen met zijn misgekozen beleid van urineren.
Ik hoorde een rits en als in een reflex van maatschappelijk correcte uitspraken nagelde ik de man aan de muur.
De man legde mij uit dat hij anarchistisch was en dit zijn manier van protesteren was tegen de regels-gebonden maatschappij, en door middel van het missen van de pispot, kon hij de regels van 1 van de maatschappij haar meest ingeburgerde en politiek correcte instrumenten pijnigen met een onvoorstelbaar snijdende manier van shockeren.
Vanaf dat moment was ik niet meer blind, de man had gelijk.
We zijn regels gebonden aan regels, we worden geleefd.
Geregeld.
Verloren in de diepe duistere wereld der 1ste-persoons gedachten, waarin vrede een utopie is, struikelde ik eens te meer over de dronken man, en viel daarbij met mijn neus in de borsten, waarmee ik natuurlijk boter bedoel. Een vlakke hand die onherroepelijk en met massieve botten, en respectabele voorwaartse kracht, de zijkant van mijn hoofd rood kleurde, het geheel was een grappig gezicht voor een omstander, ik denk daar anders over.
Terug aan ons tafeltje, mededeel ik aan mijn plat-hoofdige vrienden mijn zojuist bevonden conclusies.
Ze wuiven het nonchalant weg, en vragen of ik een vlammetje van een kaars wil snuiven.
Ik stem in, waarbij mijn neus ernstig te beschadigen.
De moraal van dit verhaal: Ga nooit een conflict aan met dikke mensen die naast de pot pissen.
Copyright: Frank van O., elk derde persoon dat het waagt dit te kopiëren en het meesterwerk zichzelf toe-eigent zal een vroege en pijnlijke dood sterven.
''In you is the beauty of the world, of which death made me an artist.''
|